We denken allemaal en net dat denken gaat de hele dag over en weer. Van s’ morgens vroeg tot ’s avonds laat. Van het moment dat we onze ogen opendoen tot het moment dat we de slaap kunnen vatten. Geen idee hoe je dat kan tellen maar er wordt beweerd dat we tot 50.000 gedachten hebben per dag. Soms hebben we ook wel eens gedachten die blijven hangen, gedachten die vaak terugkomen of gewoon heel rare gedachten, soms van dien aard dat we er ons eigenlijk zelfs een stuk voor gaan schamen. Nu, die gedachten, bij iedereen, is een komen en gaan en het gebeurt vrijwel vanzelf.
Wanneer wordt het nu erger, dat is als je begint na te denken over die gedachten. Als je daarmee begint dan geef je een enorme waarde of een enorme kracht aan die gedachte. En meestal doen we dat met negatieve gedachten. Nog problematischer is wanneer dit allemaal vanzelf gebeurt, op automatische piloot zoals we het noemen. Dan wordt het piekeren. De kern van piekeren is dat je een oplossing probeert te zoeken voor problemen die je op dat moment hebt. De gedachten malen steeds door je hoofd. Er lijkt geen einde aan te komen. In plaats van dat je de gedachten de baas bent, worden ze de baas over jou. Ze zorgen ervoor dat we afwezig zijn, verstrooid of ze houden ons zelfs wakker als we ’s avonds in bed liggen.
Als je wilt stoppen met piekeren, is het belangrijk om te weten wat piekeren precies is en hoe het werkt.
We piekeren vooral omdat we het gevoel hebben dat het piekeren helpt om beter met deze problemen om te gaan. Piekeren heeft namelijk vaak de vorm van een ‘wat als’ gedachte. Bijvoorbeeld: ‘wat als ik morgen mijn inkomen verlies?’ Tijdens het piekeren bedenk je dan wat je gaat doen als je inderdaad zonder inkomen komt te staan. Piekeren gaat heel vaak over praktische problemen in het dagelijks leven.
Onze hersenen zijn van nature uit probleemoplossers. Dat is vaak handig, maar het kan ook tegen je gaan werken. Het vervelende aan piekeren is dat het zichzelf versterkt. Stel dat je angstig bent over je inkomen. Je piekert er enorm over en daardoor wordt de angst een beetje minder. Vervolgens ga je de dag nadien gewoon werken, wordt je loon gestort en gebeurt er uiteindelijk niets.
Onbewust hebben je hersenen nu twee dingen geleerd:
Als ik pieker wordt mijn angst minder
Als ik pieker gebeuren de dingen waar ik bang voor ben niet
Waarschijnlijk zie je de denkfout zelf ook al: als je niet was gaan piekeren, was die angst ook wel weer gaan liggen.
Wanneer je vaak piekert, kun je klachten ervaren zoals angst en een gespannen of gestrest gevoel. Je kunt je moeilijk concentreren, hebt misschien slaapproblemen en kunt situaties of problemen niet goed relativeren. Snel gaan piekeren kan in je persoonlijkheid zitten. De een is hier namelijk gevoeliger voor dan de ander.
Piekeren wordt over het algemeen steeds erger als je er niks aan doet. Gelukkig kun je er zelf veel aan veranderen.
Het is wel belangrijk om te weten dat dit een proces is. De piekergedachten zullen niet van de een op de andere dag stoppen. In het boekje "geluk op recept" gaan we dieper in op dat proces en hoe je via eenvoudige tips en oefeningen beter met je gedachten kan leren omgaan.
Eén van deze oefeningen is de gedachtendoos. Je kan ze vinden bij de downloads op www.fundamentalhappiness.be
Comments